6. Daadkracht

Als je naar een activiteit kijkt, kun je dat op twee manieren doen. De eerste manier is om naar de inspanning te kijken die nodig is om het uiteindelijke doel of resultaat te bereiken. De tweede manier is om naar de inspanning van een eerste kleine stap te kijken. Een eenvoudig voorbeeld is het volgende. Je hebt al dagen de afwas niet gedaan. De berg wordt steeds hoger. Op de eerste plaats is er het doel, namelijk dat alles is afgewassen en op de tweede plaats de eerste handeling om met afwassen te beginnen. Door alleen naar de totale inspanning te kijken, is de drempel om te beginnen hoog. Beter is het om te bekijken wat de eerste kleine stap zou kunnen zijn om de afwas weg te werken. In dit voorbeeld het plaatsen van het afwasbakje onder de kraan. 

Door te doen ontstaat er beweging en door beweging ontstaat er vermogen. Dit vermogen geeft kracht. Doen en kracht leveren daadkracht. Nadat het eerste stapje is gedaan volgt het volgende kleine stapje (het afwasbakje vullen met water). Het verschil tussen de eerste en tweede manier is dat we eerst 72 uur tegen de berg hebben aangekeken en op de tweede manier de afwas in 30 minuten hebben weggewerkt.

Het geheim van daadkracht is om in beweging te komen. Eenmaal in beweging wordt de kracht steeds groter. Voorbeelden die deze theorie onderstrepen, zijn de kleine sneeuwbal die de berg af rolt en uitgroeit tot een lawine en de trein die moeite heeft om vanuit stilstand over een baksteen te rijden, maar eenmaal op snelheid, door een huis zou kunnen rijden.

Tot slot. In de psychologie kennen we het z.g. 'vlindereffect'. Ook hierbij is het zo dat een kleine actie kan leiden tot een groot effect. Je wilt bijvoorbeeld dat je kind later een bepaald doel bereikt. Dit resultaat kan dan een effect zijn van het eerste compliment, jaren eerder, dat het kind het nodige zelfvertrouwen geeft om later zijn doel te bereiken.

Toepassingen bij dit inzicht

- Neem een voorbeeld uit je dagelijkse leven waar je moeite mee hebt om het uit te voeren. Bijvoorbeeld je kleren opruimen, opstaan, enzovoorts. Denk nu aan het eerste kleine stapje dat je moet doen om aan de activiteit te beginnen. Bijvoorbeeld het eerste kledingstuk in je hand nemen of recht gaan zitten in bed. Niet meer dan dat. Meestal komt de rest dan vanzelf. Je bent immers in beweging gekomen en dat geeft genoeg kracht om de volgende kleine stap te doen.

- Denk ook na over een groter project waar je moeite mee hebt om eraan te beginnen. Ga na wat de eerste kleine stap is. Bijvoorbeeld een brochure of een vrijblijvende offerte aanvragen, iemand bellen of een eerste afspraak maken.

 

Mocht je nog vragen hebben of een opmerking naar aanleiding van dit inzicht, laat het dan weten via 'Contact'.